Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
Nee, we hebben geen lijst van ingekomen stukken, dus daar hoeven we het ook niet over te hebben en gaan we naar de inhoudelijke bespreking. Is eventueel even tijd nodig om te vertrekken, pauzeren we kort. Want er zijn ook mensen die blijven, maar ik denk dat er geen nieuwe mensen meer bijkomen, hè.
Oké, dan gaan we naar het inhoudelijk debat over het jaarplan Utrechtse Onderwijsagenda 2025. Dit is geagendeerd door PvdA, GroenLinks, Volt, Student & Starter, CDA en VVD. In de Utrechtse Onderwijsagenda en het jaarplan van de Utrechtse Onderwijsagenda staan gezamenlijke doelen op onderwijsgebied in onze stad. Meer dan eerder wordt voor het realiseren van deze doelen en van raadsuitspraken, zoals aangenomen moties, verwezen naar het jaarplan als de plek of manier om ze te bereiken. De agenderende fracties zien dit soms goed terug, maar soms minder goed of zonder concrete doelen terug in het jaarplan. Ze willen in debat over de vraag of en hoe deze doelen en raadsuitspraken in 2025 in de praktijk terugkomen en gerealiseerd worden. We bespreken dit voorstel in 90 minuten en in één termijn en ik geef als eerste het woord aan de PvdA, daarna de andere mee-agenderende partijen en voor anderen is er daarna ook nog ruimte om een korte bijdrage te leveren. Het woord is aan mevrouw Assen van de PvdA.
Ja, voorzitter, laat ik beginnen met een compliment, namelijk dat de Utrechtse Onderwijsagenda nu meer dan voorheen de plek is waar onderwijs en jeugd samenkomen en ook de partners uit de jeugdhulp volwaardig deelnemen. En dat was ook hard nodig met betrekking tot de landelijke context. We hebben en horen zorgen over de financiën, onder andere over het opdrogen van de NPO-gelden en aankomende bezuinigingen. Hoe komt dit nu terug in de UOA en kan gezamenlijke lobby daarop nog een verschil maken?
Dan onze voornaamste punten bij dit jaarplan. We lezen veel inspanningen, mooie en goede ook wat ons betreft. Maar de vraag blijft soms hangen: hoe dan of wat daarna? Bij thema twee, een stevige basis voor ontwikkeling, kan de indruk uit de inleiding ontstaan dat er niet al heel veel data over basisvaardigheden beschikbaar is, maar dat klopt niet en gezien de urgentie is het noodzakelijk dat die data op tafel liggen en dat op basis daarvan concrete acties worden ondernomen. Ook onze aangenomen motie daarover komt beperkt terug. Daar staat: we onderzoeken op welke manier we data over referentieniveaus kunnen gebruiken om basisvaardigheden op peil te houden en te beheersen. Werd dit tot nu toe dan niet gedaan? Van de motie komt over het tweede punt en het dictum helemaal niks terug, namelijk de schoolverschillen verkleinen. Hoe wordt deze motie nu uitgevoerd en wordt dit zowel voor PO, VO als MBO gedaan?
Nou, ditzelfde punt zien we meer terug in het jaarplan. Bij het voorstellen van de UOA was de behoefte vanuit de raad om te concretiseren en die behoefte houden we. Het moet geen stuk zijn met vooral inspanningen zonder monitoring op resultaten, met het besef dat niet alles te meten is, maar er moet wel een antwoord worden gegeven op de vraag: wanneer zijn we tevreden? Bijvoorbeeld bij thema 4, versterken van de professional, het toegankelijker maken en het versterken van de kwaliteit van de lerarenopleidingen. Er zijn drie opleidingsroutes ontworpen, lezen we. Waarvoor bieden die nu precies een oplossing? En is het dan niet te weinig om te zeggen dat er van één van die routes een pilot wordt gedraaid? We missen daarop dan prioriteit.
Met betrekking tot de ouderbetrokkenheid. We zijn blij met wat we lezen, maar ook daar missen we concrete voorbeelden van hoe ouders dan structureel meer inspraak krijgen. De UOA moet behalve de tafel waar gezamenlijke doelen worden bepaald, die ook gemonitord en gemeten worden, ook de plek zijn waarin openheid en vertrouwen op tafel ligt, waar het niet goed gaat. Dus de oordelen van de inspectie daarover en eigen data niet om te zeggen. Ik wacht even op een punt, want u krijgt de interruptie van mevrouw Dada-Anthonij.
Ja, dank voorzitter. Ik begrijp de vragen van mevrouw Assen heel goed, hè? En tegelijkertijd denk ik ook aan de UOA, een document dat door zoveel partijen is samengesteld en die het ook moeten gaan uitvoeren. En ik ben een beetje zoekende vanuit mijn perspectief, denk ik. Deze mensen moeten het gaan doen, dus als het nu helemaal gaat vastzitten, dan geven die mensen geen ruimte die in het veld zijn, die de ervaring hebben om dat uit te gaan voeren. Hoe ziet de PvdA dat?
Nou ja, ik hoor heel veel over, nou, we willen heel veel data. We willen concretiseren. Ik snap het hè, dat je meer inzicht wil hebben, maar het verleidt geeft ook.
Wat is er aan de hand? Even afgezien van dat we geen... Het is geen gewoonte om een interruptie te beantwoorden met een wedervraag, hè, maar gaat u verder.
Het geeft ook. Het biedt ook de verleiding om dan heel erg te gaan sturen en monitoren van anders uit, hè? Zeg ik ook als raadslid, dus daar wil ik een beetje voor waken dat het veld wel gewoon de ruimte blijft krijgen.
Ja, ik denk helemaal niet dat ik dat hier doe, want ik vraag naar het benutten van data die er al is om die gaat over de kern van het onderwijs, namelijk de kwaliteit en referentieniveaus. En het lijkt me niet meer dan logisch dat die nuttig zijn om de prioriteiten voor het Utrechtse onderwijs te bepalen en wat ik dan mis is, hoe dat concreet terugkomt. U kunt verder bent u getogen, dus ook waar het niet goed gaat, moet om tafel liggen. Niet om te zeggen wie een schuld dat is, want iedereen doet zijn stinkende best en daarvoor is het ook te veel koppig, maar wel om in het belang van alle Utrechtse kinderen te zorgen dat het beter gaat waar het nu niet goed gaat. Daarom nog deze punten, welke data zijn er en hoe worden die benut qua kwaliteit, referentieniveaus, uitstroom, uitval van docenten, thuiszitters. Sommige scholen hebben bijvoorbeeld jaarlijkse verloop van 30% van de leerkrachten en we zien enorme verschillen in de jaarverslagen van alle schoolbesturen. De één is daarin veel opener over waar het niet goed gaat dan de ander. Dat zouden we bij iedereen willen zien en dan als plek op de UOA om dat te bespreken. Dan de governance van de UOA is zo geregeld dat iedereen open en transparant kan zijn en kwetsbaarheid kan tonen over daar waar het beter moet. Dat zou wat ons betreft een vereiste zijn voor een effectieve UOA. De kern is de concurrentie moet eruit om het belang van kinderen voorop te stellen. We snappen dat dit lastig is door de structuur, maar gezien ook bepaalde rapporten van de inspectie en de data. Wel cruciaal dus, hoe zorgen we daarvoor? En met betrekking tot wat niet lukt, kan expliciet gemaakt worden wat niet lukt of wordt behaald. Eerder was een doel om meer in te zetten op 10-14 onderwijs, maar de school van het Pius Willibrord die dat deed is gesloten. Hoe laten we dat zien? Zodat we daar ook iets van kunnen vinden. Dat was het, voorzitter. Bedankt voor uw bijdrage, daar gaan we. Ik zie geen interrupties meer, dus we gaan door naar GroenLinks, mevrouw Vermeulen.
Dank, dank voor het woord, voorzitter. Nou, op een aantal punten kunnen wij, denk ik, ook aansluiten bij de Partij van de Arbeid, want wij zien dit jaarplan ook als een, zoals in de inleiding ook staat. Het staat ook voor richting geven en ook concretiseren en we zien hele mooie punten. Maar we zien ook wat en we hebben ook een aantal vragen, want als GroenLinks delen we de visie van de UOA, een vloeiende ontwikkeling voor ieder kind met soepele overgangen, waarbij we de kansengelijkheid vergroten en segregatie tegengaan. Nou juist, daarom vinden we het ook goed om vandaag het jaarplan te bespreken, want we zien dus veel mooie ontwikkelingen. We missen ook nog enkele punten en concretisering. Wij zijn positief over de wijkgerichte aanpak en het past ook bij onze motie voor meer samenwerking tussen scholen en ook waarderen we de aandacht nu voor ouderparticipatie. Dan zien we dat er stappen zijn gezet en dat zien we ook als je het hebt over het tegengaan van segregatie en dat hierop een visie wordt ontwikkeld. Nou, er blijven ook nog enkele vragen onbeantwoord en daarom hebben we de komende. Dan volg ik nu met vijf punten en ik begin met het eerste punt en dat gaat over de stevige basis. Bij dit onderdeel ontbreekt er nog aandacht voor het rekenen en hier hebben wij ook in de commissie aandacht voor gevraagd, want we weten uit onderzoek dat het rekenniveau eigenlijk nog zorgwekkender is dan het taalniveau. Welke concrete acties worden hierop ondernomen? Mijn tweede punt is ja, wat maakt eigenlijk dat er geen aandacht is voor groen en schoolpleinen en buitenruimte in het jaarplan? Kunnen wij toezeggen dit mee te nemen in verdere uitwerking? En mijn derde punt?
Ja, ik snap het. Groene schoolpleinen, zeker in het witte klimaatverandering, duurzaamheid en tegelijkertijd is het UOA een plan tot 2040. Dus ja, ik vraag me af, we hebben heel veel wat we willen, denk je hier in deze Saleh met zijn allen. Ziet GroenLinks ook ruimte voor de organisaties die erbij betrokken zijn om daarin dan een keuze te maken in die periode tot 2040.
Jazeker, ik denk dat daar ook keuzes gemaakt moeten worden. Voor ons zijn alleen die keuzes die gemaakt worden niet helemaal inzichtelijk. Dus ik zou dan willen weten wat wanneer wordt gedaan. En daarom denk ik dat ook mijn vragen misschien... Het zou best kunnen dat het college zegt: "Nou, we zijn dat van plan, alleen dat komt volgend jaar," maar dat zie ik nu niet. Vandaar dat ik toch nu deze vraag ook stel, ja. Dan heb ik nog een.
Ja, dank u wel. Nog een vraag is over die concrete uitvoering van, hoe gaat het eigenlijk met de afspraken over de ouderbijdrage op middelbare scholen en een vraag over concretisering? Wat betekent eigenlijk die verkenning van de gezamenlijke flexpool? Wij wilden heel graag een gezamenlijke flexpool, maar bestaat die nu al wel of nog niet? Kan de wethouder daar wat meer over zeggen? Over ouderparticipatie punt 4, daar kunnen wij voor een groter deel aansluiten op mijn collega van de Partij van de Arbeid. Wat GroenLinks betreft is ouderparticipatie belangrijk en ook bij dit plan. Het is ons niet duidelijk of er ook werkelijk ouders zijn betrokken bij het jaarplan. Dus een vraag op dit punt. Ons laatste punt, en misschien wel voor vandaag ook het meest belangrijke, is: we hebben een motie over brede brugklassen en brede scholen ingediend tijdens de behandeling van de Utrechtse Onderwijsagenda en die is ook breed aangenomen. Alleen we zien dat de uitwerking van deze motie op dit thema erg vaag blijft. We hebben in de motie gevraagd om in het jaarplan de ambitie op te nemen voor meer brede brugklassen en afspraken te maken over een echt brede middelbare school met niveaus van vmbo-basis tot vwo. Want die hebben we nog niet en deze ambitie komt niet terug in het jaarplan, terwijl het vooral gaat over het onderzoeken van de behoefte en de wens naar brede brugklassen en brede schoolgemeenschap. En tegelijkertijd is er al heel veel onderzoek bekend en weten we al dat dit helpt om drempels weg te nemen en kansengelijkheid te bevorderen. Daarom vragen we ook de wethouder de toezegging om de ambitie tot meer brede brugklassen en de totstandkoming van een echt brede scholengemeenschap steviger op te nemen in het jaarplan en ook in plaats van onderzoek naar de vraag of het van toegevoegde waarde is, vooral te gaan kijken hoe we dit in Utrecht het beste vorm kunnen geven. Want er zijn ook al verschillende scholen die in deze richting al hele mooie stappen hebben gezet. Dan wil ik afsluiten met een citaat van oud-bestuursvoorzitter van de KSU, Tjeerd de Jong: "Alle kinderen maximale ontwikkelingskansen bieden. Als het ergens kan, dan in Utrecht." Dank voor het woord.
Van Volt, dank u wel, voorzitter. Vanuit Volt ten eerste dank dat we dit jaarplan hebben ontvangen. Het is goed om, hè, elke kop zo op meerdere niveaus te kunnen zien. Wat zijn we van plan en wat gaan we nou concreet dit jaar doen? En het plan ademt ambitie. Dat is mooi om te zien, maar af en toe is die ambitie nog wel wat abstract en daarin ben ik het heel erg eens met, ook bijvoorbeeld wat mevrouw Assen van de PvdA hier al over zei. Het jargon is naar onze smaak vaak heel ambitieus en weinig concreet. We moeten er echt mee aan de slag en het komt nu nog te veel op mij over als een verlanglijst en ik zie er een kompas. Er staat veel bij onderzoeken. We inventariseren bijvoorbeeld hoe we leesplezier kunnen bevorderen. Maar ik mis dan echt nog wel de slag naar: OK, maar wat gaan we nou concreet doen? Want dit is bij uitstek het document waarin ik dat zou verwachten te lezen. Dus de vraag is vooral, kan de wethouder zich ervoor inzetten dat het plan volgend jaar echt een stuk concreter wordt gemaakt? Dat ik het kan lezen en ook kan denken: ah, ik snap ook echt wat er gaat gebeuren en wat er aan het eind van het jaar af is.
Voorzitter, dank u wel. Ja, ik heb een vraag aan de heer Stam, want hij wil ja liever een kompas dan een verlanglijst, een fantastisch stijlmiddel waarvoor complimenten. Maar ik vraag me dan wel af en ik vraag me ook af of de heer Stam die zorg deelt dat op het moment dat het te concreet gemaakt wordt, dat juist de waarde van zo'n document over een langere periode juist in het geding gaat komen.
Voorzitter, volgens mij is dit nou bij uitstek een document voor de korte termijn, hè? Dit gaat echt over een horizon van één jaar. Wat gaan we komend jaar doen? En als je aan het eind van het jaar met elkaar wil kunnen evalueren of dat inderdaad gebeurd is? Ja, op basis van leesplezier bevorderen, dat gaan we proberen, dan kan ik dat niet zeggen.
Goed, over prioriteiten gesproken. Een belangrijke prioriteit voor mij zijn basisvaardigheden. Ook hierbij ben ik het heel erg eens met wat er hiervoor al gezegd is. Eén aanvullende vraag van mijn kant: in de werkagenda lazen we over een meetinstrument van de Universiteit Utrecht om de voortgang van de ontwikkeling van basisvaardigheden te monitoren. Dat zou afgelopen jaar al ontwikkeld moeten zijn en we hadden daar ook al resultaten van moeten ontvangen volgens de werkagenda. Maar volgens het jaarplan lees ik daar dan niks over terug. Mijn vraag is even: waar komt dat vandaan? Is dat ding nou af of niet? Liggen we nog op schema? Ja, tot zover eigenlijk. Ik hoop gewoon vooral dat we volgend jaar gewoon weer zo'n jaarplan mogen ontvangen en dan hopelijk nog een stuk concreter en meetbaarder dan het document dat er nu wel is. Dank u wel.
Student & Starter. Voorzitter, allereerst willen wij vooropstellen dat het jaarplan een mooie opmaat is naar de doelen en ambities die uiteindelijk zijn gesteld in het koersdocument. Tegelijkertijd hebben wij wel twee punten die ons opvallen. Ten eerste sluiten we ons aan bij de PvdA over de zorgen rondom de financiën en de bezuinigingen die spelen. Dan als tweede zijn wij blij dat ook dit jaar weer het MBO in de doelen wordt benoemd, namelijk aan de hand van het uitvoeringsplan waardering voor vakmanschap. Door het doel zo op te schrijven zoals het er nu staat, missen wij hier wel de concretisering van welke doelen er dit jaar precies worden opgepakt. Onze vraag aan de wethouder is dan ook of hij aan het jaarplan toe kan voegen welke concrete doelen en acties in 2025 worden uitgevoerd vanuit het uitvoeringsplan waardering voor vakmanschap voor de UOA, zodat het helder is welke specifieke resultaten worden nagestreefd. Graag een toezegging. Dit was mijn bijdrage.
Dan hebben de woordvoerders van CDA en VVD zich afgemeld, hebben geen agenderende fracties meer. Zijn er andere fracties die een bijdrage willen leveren? Ik. D66, de onderwijspartij. Die wil echt wel iets zeggen over de onderwijsagenda.
Nou, dank u wel, voorzitter. Nou, ik ga het heel kort houden. Kijk, we hebben die Utrechtse Onderwijs Agenda en het werd ook al door mevrouw Assen alvast gesteld. Het is een mooi plan, hè? Heel mooi programma, mooi jaarplan en wij kijken er gewoon naar uit wat er volgend jaar weer staat. Wat we dit jaar behaald hebben. We wensen de partners daarin heel veel succes met de doelstellingen die ze gesteld hebben. Het is geen makkelijke taak. Ja, en tot volgend jaar.
Ten interruptie van de PvdA. Mevrouw? Ja toch, want herkent D66 dan niks van de punten die eigenlijk bij alle partijen die net inbreng hebben gedaan overeenkomen, namelijk die wens of die behoefte om tot iets meer concrete resultaten en doelen te komen.
Ik snap de behoefte als rasechte controlfreak, zeg maar. En tegelijkertijd denk ik ook dat ik er echt wat vertrouwen in heb dat de partners die dit hebben samengesteld dat zij dit prima kunnen invullen. En ik denk dat, kijk, wij sturen altijd bij wanneer dat nodig is, hè? En we hebben volgend jaar weer een punt waarop we kunnen ijken, dus ik ben gewoon heel erg benieuwd hoe dit jaar gaat verlopen. Ook gezien de uitdagingen die mevrouw Assen terecht heeft genoemd, hè, met financiën. Ik denk dat dat het ook lastig maakt om te concretiseren en dat we dan volgend jaar kijken naar hoe ver we zijn gekomen en of dit heeft gewerkt.
Vervolg interruptie. Ja, maar afgelopen jaar hadden we meer dan het jaar daarvoor conclusies van de inspectie over zelfs zeer zwakke scholen. Dus dat toont ook de urgentie aan, los van alle landelijke trends die natuurlijk ook in Utrecht spelen. Dus ik zou niet willen zeggen dat het bij mij in ieder geval gaat om een gebrek aan vertrouwen, maar meer om niet alles kan tegelijk. We moeten juist prioriteren en juist dat op tafel hebben liggen. Deel D66 dat dan wel.
Als ik kijk naar dat rapport hè over de zwakke school en zeer zwakke scholen, deel ik die zorgen volledig en tegelijkertijd hebben we ook de realiteit dat we met een beperkt budget werken. En daar zit voor mij, zeg maar, de spanning. Dus ja, ik deel de urgentie, maar nogmaals, ik heb dan zoiets: de mensen in het veld weten beter nog dan wij, of dan in ieder geval laat ik voor mezelf spreken, dan ik hoe daar dan tegenwicht aangeboden moet worden.
Nog één interactie? Ja, dat mag, voorzitter, toch? Ja, nee, omdat wij ons, denk ik, nou, laat ik voor mezelf spreken, laten voeden door die mensen in het veld die aangeven dat de UOA nog meer die plek zou kunnen zijn waar dat ook op tafel ligt. Als we dan iets meer daarin openheid kunnen creëren om dat te bespreken, en dat lijkt me toch iets dat D66 moet delen.
Dat signaal heeft mij niet bereikt. Als dat zo is, dan denk ik inderdaad dat dat belangrijk is. En tegelijkertijd zijn dit ook de partners die moeten samenwerken, dus ik denk dat ze daar ook onderling moeten uitkomen. Dus voor mij is het echt, ja, voor mij weegt heel zwaar hen ruimte geven om daar samen dan uit te komen.
Tot dan zijn er nog andere, niet agenderende fracties die een bijdrage willen leveren. Ik zag net schudden. Oh, ik zie de heer Nick Vis van Stadsbelang Utrecht.
Dank u wel, voorzitter. En ik zal het zo kort mogelijk proberen te houden. Waar het in wezen op neerkomt, is dat wij prettige ervaringen hebben met het lezen van de nota die voorligt, om het zo te zeggen. Het zou nog prettiger zijn als er bepaalde dingen wat meer geconcretiseerd werden, waar we dus ook handen en voeten aan kunnen geven. Maar ik begrijp dat dat waarschijnlijk in de volgende rapportage komt, wat ons een beetje verontrustend is. Het feit dat er simpele mededelingen staan dat we te maken hebben met het onderwijs, in het bijzonder het feit dat het rekenen achterblijft en zeg maar het taalkundige gedeelte misschien wat beter uit de verf komt. We vinden het uitermate belangrijk dat vooral de rekenkundige opgave die de mensen in hun leven tegenkomen, dat die dus kunnen worden behandeld op de manier waardoor de mensen ook verder kunnen in het leven. Want over onderwijs op zich is geen discussie mogelijk. Het is het grootste geschenk wat je kinderen kunt geven op weg naar volwassenheid. Maar dan moeten ze overigens wel ook de mogelijkheden krijgen om dat te consumeren. Vandaar dat onze vraag is: is er nou werkelijk geen mogelijkheid om op bepaalde kleine deelgebieden, waarvan ik niet zeg dat rekenen een klein deelgebied is, om op een gegeven moment die extra impuls te geven, waardoor wij de volgende keer in de nota kunnen lezen dat de achterstand die dus aan de orde is, die groter wordt, dat die is geneutraliseerd, waardoor we met zijn allen in wezen zeggen: dit is een hele goede nota, dit is een heel goed beleid. We vinden het al een verbetering, ook de praktische maatregelen die worden genoemd met betrekking tot de huisvesting gaan we door. Maar het gaat natuurlijk om het feit dat kinderen moeten kunnen leren, moeten kunnen opzuigen datgene wat ze nodig hebben, en dat heeft onze prioriteit. En ik hoop dat de wethouder daar iets prettigs over zou kunnen zeggen, dank u wel.
Dank u, voorzitter. Het is goed dat de gemeente Utrecht zich actief inzet voor een inclusieve en diverse stad en we zien ook dat de onderwijsagenda hierin een belangrijke rol speelt. Toch moeten we constateren dat discriminatie zowel in het onderwijs als op andere plekken nog steeds een hardnekkig probleem is. Ondanks de inspanningen van de gemeente en diverse partners is het duidelijk dat er werk aan de winkel is. De Utrechtse onderwijsagenda bevat mooie uitgangspunten voor het bevorderen van gelijke kansen, maar discriminatie op school verdient meer expliciete aandacht. Er wordt gesproken over de noodzaak om sociale ongelijkheid tegen te gaan en gelijke kansen te creëren voor alle leerlingen en studenten. Maar hoe concreet is de aanpak voor wanneer studenten daadwerkelijk te maken krijgen met discriminatie? In de praktijk merken we dat veel studenten die geconfronteerd worden met discriminatie niet weten waar zij terecht kunnen met hun melding of het gevoel hebben dat de melding niet serieus wordt genomen. Dit kan komen door onvoldoende herkenning van discriminatie door docenten en stagebegeleiders, maar ook door onduidelijkheid over de stappen die genomen moeten worden wanneer een incident zich voordoet. Het mag dan natuurlijk niet zo zijn dat een student zich in de steek gelaten voelt. Of geen weet heeft van de instanties die hen verder kunnen helpen. Kan de wethouder toezeggen dat antidiscriminatie met bijbehorende uitgewerkte doelstellingen expliciet onderdeel is van de Utrechtse onderwijsagenda en in de toekomst dan ook aangehaald wordt in het jaarplan, zodat het mogelijk is om hierop te sturen en te evalueren? Tot zover.
Bedankt. Nog een extra check. Dit was de inbreng vanuit de commissie. De piep is nog niet afgelopen volgens mij. Ondanks de poging tot interventie van de Yasu, bedankt daarvoor wethouder, heeft u even termijn om ja tijd nodig? Hoeveel 5 minuten? 5 minuten schorsen en dan kunt u ook even iets drinken of iets anders doen. Beginnen met de beantwoording door de wethouder die om heel veel concretisering is gevraagd, wethouder nu het woord.
Ja voorzitter, dank u wel, dat klopt, dat is veel gevraagd. En ik kan er twee dingen over zeggen. Laat ik daar mijn beantwoording ook maar mee beginnen. Namelijk, het eerste is dat ik dat snap en met u meevoel, dus het is zeker ook een gesprek wat we met de onderwijspartners zullen voeren voor het volgende jaarplan wat we maken met elkaar. Dus in die zin ook de toezegging die Volt vraagt, dat is geen toezegging die u opschrijft. Maar nou, laten we de volgende keer echt wat meer proberen op te schrijven. Wie doet wat en wat levert dat op? Dat is het enige wat ik erover zou willen zeggen. Het andere wat ik erover zou willen zeggen, is dat het de eerste keer is dat we het zouden doen met elkaar. Voorheen hadden we dit gesprek helemaal niet met elkaar, hè? We hebben nu een UOA die we ook hier hebben vastgesteld, waarvan we ook gezegd hebben: we willen ook elk jaar een jaarplan en die moeten we ook publiceren. Dus de onderwijspartners moeten ook een beetje wennen aan deze werkwijze, waarbij ze ook moeten kijken van wat doen wij dan? Wat valt er onder onze eigen verantwoordelijkheid als onderwijspartner? Wat schrijven we op wat we samen doen, waar gaan we een kijkje in de keuken? En dat is ook een beetje wennen en doen, dus ik hoop dat u het ook niet alleen ons, want wij zijn dit natuurlijk in dit gebouw heel goed gewend met elkaar, maar ook de onderwijspartners gunt om hier ook een beetje in te groeien en te doen. Dus dat zijn allebei de kanten van dezelfde medaille, maar absoluut. We gaan er werk van maken en ik zal er ook persoonlijk op toezien om het te streng te zeggen dat de volgende agenda concreter is. En het zijn ook veelkoppige problemen, dus basisvaardigheden, het achterblijven van taal en rekenen is ook niet iets wat je met 4 bullets op een A4'tje kan zeggen, dan is dat volgend jaar 10% beter. Dat is ook iets van de lange adem en het is soms ook iets wat gaat over de maatschappij, want waarderen we dan ook rekenonderwijs bijvoorbeeld op eenzelfde manier of durven we het aan om daar wat strenger op te zijn met elkaar, hè? Dus durven we misschien toch richting de basisvaardigheden te zeggen: die mogen dan ook wat selecterend werken, want het is belangrijk in je latere leven en het is niet een talent zoals sommige andere waarvan je kan zeggen, nou, het ene talent ben je wel goed. De andere talent ben je niet goed, misschien moet dat voor basisvaardigheden in mindere mate gelden met elkaar, dus het is ook een maatschappelijk gesprek over wat vinden we dan van taal en rekenen geven wij en dan ga ik meteen naar Stadsbelang Utrecht ruimte voor een impuls in waar dat nodig is. Ja dus, zo hebben we ook onze middelen gerangschikt en die zitten dus ook op bijvoorbeeld lezen en taal leesplezier. Nou, denk aan de bieb op school is bijvoorbeeld een hele concrete interventie die daaraan bijdraagt. Toen wij met z'n allen twee jaar geleden begonnen, hadden we de nul. Nu tikken we er 50 aan. Nou, zo kan ik u nog een aantal voorbeelden noemen. Er is ook een werkgroep onder de UOA. Dat ziet u dan allemaal niet als raadslid en één daarvan gaat expliciet over die heet stevige basis die gaat over basisvaardigheden en die gaat ook heel erg over leren van elkaar. Dus op het moment dat een school onvoldoende in staat is om dat kwalitatief goed vorm te geven of als de inspectie dat zegt dat men de keuken opent voor een andere school om te kijken of je samen kunt verbeteren. Dat over dat blokje voorzitter, concretisering en basisvaardigheden dan de zorgen van mevrouw Assen. Ik kan heel weinig zeggen hier om de zorgen weg te nemen, want ze zijn er gewoon. Ik bedoel, het kabinet bezuinigt veel op onderwijs, zelfs in de aangepaste plannen en precies op de punten waarvan wij hier in deze zaal zeggen. Ongelijke investeren voor gelijke kansen. Daar moeten we de extra opzetten. Dus waar maken wij ons zorgen? Wij ik en de onderwijspartners, de school en omgeving. Maakt me geen zorgen om mijn eigen kinderen, die hebben die rijke omgeving wel in Overvecht, Kanaleneiland, Parkwijk Zuid. Daar is het veel moeilijker om de rijke schooldag vorm te geven. Die zal er als eerste nou ja toch ter discussie komen te staan als gevolg van het kabinetsbeleid brede brugklassen idem dito samenwerking MBO bedrijfsleven idem dito bevorderen kansengelijkheid idem dito dus het zijn niet alleen grote bezuinigingen, ze zijn ook zodanig gericht. Dat de mensen die ze het hardst nodig hebben. Het eerste kwijt zijn en dat is een zeer zorgelijke zaak. En o ja, we zijn zelf ook nog bezig met bezuiniging in het sociaal domein. En ja, daar is onderwijs niet van uitgezonderd. En oh ja, we gingen daar bovenop nog hervormen. En ook daar is onderwijs niet van uitgezonderd. Dus we zullen toch met elkaar moeten wennen aan het idee dat de volgende onderwijsagenda misschien wel gaat over welke 6 dingen doen we nou niet. Zodat hij één of twee die we doen wel goed zijn, dan kunnen we 3 of 4 nieuwe dingen met elkaar verzinnen en dat wordt voor ons allemaal wennen, omdat dat een ja in onze cultuur van samenwerken in het Utrechtse ben er zelf debet aan toch vaak wel de vorm was dat er iets nieuws konden verzinnen met elkaar en dat konden we ook altijd wel regelen. Dus ik ben er eigenlijk best pessimistisch over. Ik ben er maar gewoon eerlijk over. Is er een gezamenlijke lobby? Ja zowel met de onderwijspartners als met de G4 gemeentes. En soms de G4 plus Almere en soms de G4 plus Eindhoven. Dat zit op lerarentekorten. Dat zit op. Nou ja, het richten van de bezuinigingen, zodat precies de meest wat ik net zei, ga ik niet herhalen. En ook met onze onderwijspartners. Ik heb zelf gisteren nog even heel kort met de voorzitter PO Raad gesproken, ja, iedereen is het met u en met ondergetekende eens. Maar ja, ik constateer ook dat het nog niet tot een nieuw inzicht in Den Haag heeft geleid. Maar we blijven het zeggen, dat is het minste wat we kunnen doen. Dan ga ik naar de motie over referentieniveaus. Het klopt, daar zijn we mee bezig in de Utrechtse staat van de jeugd is er al het één en ander over te vinden. Dat is een website, daar kan u zo naartoe gaan. Zo ziet u al het een en ander over referentieniveaus het gedeelte van op welke manier draagt dat nou bij aan het voorkomen van segregatie? Ja, dat moeten we nog uitwerken met elkaar. Daar moeten we ook het gesprek over voeren, dus ja, ik hoop dat eigenlijk gewoon in een volgende editie te kunnen doen. Ik zou het wel heel erg graag willen koppelen aan ook een vraag van de PvdA over. Is de UOA en dat is dan het samenkomen van de UOA nou ook een veilige plek voor onderwijsbestuurders en schooldirecteuren. Misschien is dat laatste nog wel interessanter, eerlijk gezegd. Om het hierover te hebben, en ik denk het wel. Maar ook dit zijn we aan het oefenen, want nog we hebben nu één keer de nieuwe opzet gehad, hè? Dat we een hele dag met elkaar zitten met alle onderwijs, partners en andere alle jeugdpartners. Dat is echt winst en wat ik daar persoonlijk heb geagendeerd voor de volgende keer is, hoe gaat het met passend onderwijs en om daar een heel open gesprek over te voeren, omdat het niet helpt om te zeggen, al het onderwijs moet passend zijn en elkaar dan te bevestigen op de doelstelling, maar echt te kijken, waar lukt dat nou niet? Want dat laten we eerlijk zijn, dat lukt ook op een heel aantal plekken niet en er zijn ook op een heel aantal plekken hele lange wachtlijsten. Kunnen we daar dan met elkaar over hebben? Nou, dat wordt misschien de eerste oefening van een wat kwetsbaarder gesprek over. Ja, wat is nou de oorzaak van waarom dingen niet lukken en wat kunnen we eraan doen met elkaar en dan ook nog eens in een tijd dat het met minder middelen moet? Dus waar leggen we dan de prioriteiten? Dus we gaan dat doen en ook kwaliteit niveau rendement verschillen is wat mij betreft zo'n onderwerp wetende dat ik dat dan voer met een aantal. Mensen, laat ik daar eerlijk over zijn, die zeggen, maar wij vinden dat de trend is dat je daar juist minder over moet hebben.
We moeten het gesprek nog voeren, maar dit, dat hebben we wel gezegd, want je moet ook het goede gesprek voeren over waar kijken we nou? Je moet vanuit een goede foto redeneren en het ook eens zijn over die foto, hè? Dus wat je ook gewoon... Ik ben heel open. Nu merk je bijvoorbeeld over passend onderwijs dat wat de één classificeert als een wachtlijst, de ander classificeert als ja, maar dat is hoe we het altijd doen en dat beschouw ik helemaal niet als een wachtlijst. Ja, dan zit je nog helemaal op het niveau van waar kijk ik naar en daar zit je nog helemaal niet op het niveau van wat is er aan de hand? Maar dat gaan we wel doen.
Ja, nou, we zijn heel blij met de aandacht voor het passend onderwijs hier, want daar hebben we net voor de zomer ook een debat over gehad en juist over dat de gezamenlijke foto. We merken dat die heel erg mist en dan gaat het zowel over de cijfers, hoe gaat het, wie elk kind zit waar, als inderdaad, hoe zit het nu met die wachtlijsten. Mensen zouden het heel fijn vinden als wij daar ook in mee worden genomen en dat dat ook door het college.
Ja, voorzitter. Laten we afspreken dat we eerst gewoon eens dat gesprek voeren en dat ik ook aan het eind van het gesprek even kijk van wat kan ik nou in de volgende kwartaalbrief daarover delen? Maar ik vind ook u, zegt mevrouw Assen, zegt ook van nou weet je, zo'n gesprek moet ook veilig en open zijn en ik denk dat het daarbij dan ook helpt als het nog niet meteen in onze zaal weer besproken wordt in de termen van consequenties en maatregelen. Dus ik denk dat dat ook eerst even goed is als mensen in die setting van dat gesprek zeggen van nou, wat ervaar ik op mijn eigen school? Wat zie ik, wat gaat er niet goed, dus misschien zijn er twee gesprekken, maar het moet uiteindelijk wel eindigen in wat zien we en wat gaan we doen? En zodra we dat hebben, ga ik dat met u delen. U kunt. Verder, daar ben ik al een heel eindje onderweg. Voorzitter, dan ga ik naar de opleidingsroutes. Dat loopt via Utrecht, leert ook een vraag van mevrouw Assen. Ja, en het is hier ook gewoon een beetje roeien met de riemen die je hebt en ook, hoe doe je dat verstandig? De heer Bonen is daar echt een hele goede trekker op om te zeggen, laten we nou eerst eentje goed doen. Dat proberen daarvan leren voordat we het meteen over de hele linie doen, dus eigenlijk een beetje pragmatische keuze om te doen, maar het perspectief is inderdaad de 3 routes en ook hier weer. Nou, tel de zegeningen hoe mooi dat we nu met elkaar zelfs op het niveau van de inrichting van de opleiding van de docenten met elkaar kunnen spreken. Hoe willen we dat nou hebben voor wat er nodig is in onze stad? Maar nou de reden voor de pilot in de één is eigenlijk vrij pragmatisch gekozen dan de governance.
Ja, voorzitter, kijk het reguliere hè, dus het is gewoon ook gewoon een. Ik bedoel, het is gewoon een bestaande lerarenopleiding en die moet gewoon goed zijn, et cetera, et cetera. Maar echt het vernieuwende en het aansluiten bij de lokale vraagstukken, dat gaan we echt eerst nu proberen met route één en vanuit daaruit de lessen trekken en dan route twee en drie beetpakken. Overigens, ik weet niet of u hier de heer Boonen, Anton Boonen heet die voor de volledigheid, kent, maar zeer gedreven. En ik denk dat dit ontzettend leuk zou vinden om uitgenodigd te worden om daar eens iets over te vertellen. Want nou, dat kan die echt als geen ander, als ik zo vrij mag zijn. En misschien luistert hij nog wel mee ook, want zo betrokken is hij ook eerlijk gezegd. Dan de governance. We hebben afgesproken, we is weer ik met de onderwijspartners. En ik, als ik zeg, is het de gemeentelijke organisatie dat wij in begin 26, en dat is altijd sneller dan je denkt, met een midterm review komen en die gaat over twee dingen. Hebben we het nou goed georganiseerd met elkaar? Maar ook wat is er nou wel en wat is er nou niet gelukt en waarom? En dat zou bijvoorbeeld zomaar over 10-14 onderwijs kunnen gaan, hè? Want daar bevestigen we elkaar vaak in dat we dat fijn en belangrijk vinden. En we zien ook hoe moeilijk het is. Ik heb toevallig ook deze week weer een persoonlijk gesprek gevoerd met iemand die zei van ja, dat 10-14 onderwijs is mooi voor de één, maar ook weer kwetsbaar voor de ander. Dus die deed een soort beroep op. Wees daar nou ook weer voorzichtig in. Nou ja, zo zie je dat ook heel veel dingen weer verschillende kanten hebben, dus we proberen ook een beetje de rijkheid van die discussie op te zoeken. Maar als u vraagt, wat is de ambitie van het college en u aan, dan is het inzetten op 10-14, omdat het gewoon helpt bij latere selectie en daar zijn in ieder geval de meeste kinderen, als u het mij vraagt, mee geholpen. Dan maar hier helpen de bezuinigingen wat rijker weer niet mee hè? Want nou ja, dit is altijd extra en dit is altijd moeilijk en dit is altijd ingewikkeld, dus het is het eerste wat eraf valt als je moet kiezen tussen de basisvaardigheden en de kwaliteit of de bonus van het 10-14 onderwijs. Ga ik naar GroenLinks stevige basis en rekenen heb ik al iets over gezegd. Groene schoolpleinen is geen bewuste keuze om daar niks over te zeggen in dit jaarplan. Jaarplan is ook altijd een beetje een selectie van de dingen. Ik had gehoopt u inmiddels een brief gestuurd te hebben over de groene schoolpleinen, maar die zit nog even in onze interne bureaucratie vast. Ik ga mezelf nu gewoon huiswerk geven door te zeggen dat hij volgende week komt. Dan moet hij namelijk de deur uit en daar gaat u inzien dat we de budgetten, dat is ook een wens van velen van u, meer langs de lijn van ongelijke investeren voor gelijke kansen gaan verdelen.
Ja, ik had eigenlijk nog over de rekenvaardigheid toch nog wel een vraag, want het is niet duidelijk welke concrete acties nu worden ondernomen. Juist om het rekenstuk mee te nemen.
Ja, voorzitter, dan refereer ik al aan de werkgroep die er is en daar zitten echt heel veel acties in. Over één daarvan heb ik u net genoemd, hè? Dus dat is kijk in elkaars keuken. Dus op het moment dat de school zegt, wij vinden het moeilijk om het rekenonderwijs goed vorm te geven of de inspectie constateert dat, dan dat er dan een soort hulptroepen komen. Het zit ook op het niveau van inspiratie. Nou, u weet dat elke school een rekencoördinator moet hebben. En de één spreekt erover in termen van moet hebben en de ander zegt, ik heb er 2, 3 en het is fantastisch en het is leuk. En waarom zegt de één moeten, en waarom heeft de ander er zin in? Dus nou, dat zit er op. Inspiratie zit ook in het gesprek met de lerarenopleiders van hoe zorg je ook dat de toekomstige docenten het leuk vinden om rekenonderwijs te geven? Het gaat ook over, dat is dan het laatste voorbeeld wat ik u noem, de discussie die ik zelf als ingenieur ook heel interessant vind. Het herwaarderen van de klassieke som. Want er zijn een aantal leerlingen gebaat bij dat rekenen. Gewoon een som is met een getal en een rekenoperator en een is en niet een verhaal over in de supermarkt blikjes kopen en bij de kassa en zo. Nou, dit zijn wat voorbeelden.
Want het klinkt allemaal heel goed, maar zou het dan niet mooi zijn om dit ook op te nemen in het jaarplan? Ook omdat het ook deels in de motie stond over basisvaardigheden, stond ook rekenen en taal. Is daar nog een optie voor om het alsnog op te nemen of juist om af te spreken dat het volgend jaar expliciet wordt opgenomen?
Ja, voorzitter. Laten we proberen om het volgend jaar wat concreter en explicieter te maken, maar ik zou onszelf ook willen oproepen, en daar ben ik ook niet uit, hoe we dat ook een beetje behapbaar maken. Want gewoon goed rekenonderwijs geven is ook gewoon de primaire taak van docenten. En in zekere zin probeer ik ook naar, hè, dus ik probeer. Daar hebben wij een setje kunnen geven of inspiratie kunnen bieden. Probeer ik het te doen, maar ik probeer ook niet de rol over te nemen van nou goed onderwijs geven in de klas. Dus wat schrijven wij dan wel op in de UOA? Wat schrijven we dan niet op in de UOA? Daar ben ik dan ook nog wel even zoekende in om het maar even open te stellen, want deze vraag zou u namelijk ook allemaal kunnen stellen over heel veel andere dingen. En voor je het weet heb ik een enorm document, dus wanneer doe ik het wel, wanneer doe ik het niet? Daar ben ik dan nog even niet uit.
Zou ik dat toch willen vragen, want het is als toezegging eerder bij de behandeling van de Utrechtse Onderwijsagenda toegezegd, vervolgens ook in een motie, om juist ook dat regen expliciet mee te nemen, omdat daar heel veel zorgen over zijn. Dus dan zou ik juist wachten. Een aantal mooie thema's, zoals je zojuist noemde, om juist dat wel te doen, omdat dit ook expliciet hier een onderdeel is om uiteindelijk ook die Utrechtse Onderwijsagenda te maken.
Oké, ja, dan zeg ik dan, voorzitter. Richting het volgende jaarplan groene schoolpleinen, gedaan ouderbijdrage op VO. Daar heb ik u ook een brief over geschreven. We zetten nu echt alle focus op het PO. Daar nadert ook gewoon de gewenste invoeringsdatum. Daar hebben we ook een eigen financiële bijdrage voor gedaan. En zodra we dat eenmaal opgezet hebben, dan hoop ik eigenlijk dat meer PO-besturen aan gaan sluiten en dat er van daaruit een soort zwaan-kleef-aan gaat doen. Ook omdat het vraagstuk in het VO echt heel anders is en die is complexer, hè? Want daar heb je het bijvoorbeeld echt over andere leermiddelen en in het PO is dat veel minder aan de orde, dus ook in het kader van kiezen waar je begint. Even alle focus op PO. Een ander stond in de vorige kwartaalbrief en komt weer uitgebreid in de eerstvolgende kwartaalbrief, want dan zijn we al helemaal dichtbij het volgende punt, flexpool. Stand van zaken. Zijn we aan het onderzoeken/slash hebben we onderzocht wat daar. Nu uitkomt is dat de meerwaarde het meeste zich in het gespecialiseerde onderwijs bevindt, dus daar is de grootste behoefte aan uitwisseling van docenten die flexibel zijn. Tegelijkertijd is de wereld weer veranderd als het gaat over de wetgeving, in dit geval overigens gunstig wat mij betreft, hè? Dus je moet gewoon weer met vaste contracten gaan werken, dus dat zet ook weer een aantal van de dingen die daar bedacht waren weer even in een nieuw daglicht. Omdat de keerzijde van vaste contracten natuurlijk in flexibiliteit is en wat mij betreft met een goede reden, terwijl het onderwijs soms ook echt gebaat is bij mensen die makkelijk kunnen invliegen en kunnen doen. We zijn nu aan het kijken van: kan het dan voor het gespecialiseerd onderwijs alsnog wel en onder welke condities? En ik hoop u straks aan het eind van mijn beantwoording te zeggen wanneer ik daar een update over heb, dat zijn we nu nog even aan het uitzoeken. Ook met de betrokken schoolbesturen, dus er wordt wat gebeld terwijl ik dit zeg. Ouders betrokken bij het jaarplan, voorzitter. Nee, niet bij het jaarplan, maar wel bij de werkagenda, dus ook daar een beetje praktische reden om te zeggen. We trekken een destillaat van de werkagenda en dat is het jaarplan.
Ja, nog over het vorige punt, want ja, goed dat er in ieder geval voor het gespecialiseerd onderwijs stappen worden gezet, maar betekent dat dat we bij het reguliere onderwijs ook helemaal stoppen, of dat daar, want dit is ook een toezegging uit een eerder debat, of komt dat wat later op de planning?
Ja, voorzitter. Ik heb nog niet de finale conclusie. Overigens was de toezegging om ermee aan de slag te gaan, denk ik, hè, en dat zijn we dus aan het doen. Er zijn ook schoolbesturen die het zelf hebben. Dus nou, je zou kunnen zeggen van, zou dat breder inzetbaar zijn? Ja of nee bijvoorbeeld. Daar hebben we gewoon nog niet de eindconclusie aan verbonden. In ieder geval hebben we gezegd, nou laten we ook hier weer maar beginnen waar we de meeste verschil kunnen maken. En dat zit in het gespecialiseerd onderwijs en ik kan inmiddels zeggen dat die in... Nee, ik kan het nog niet zeggen. Ik had gehoopt dat nu kwartaal... ik zie kwartaalbrief, maar ik weet nog niet welke, kom ik zo op terug. Je ouders heb ik gezegd, brede klasse, brede brugklassen, absoluut de ambitie. Ook hier expliciet een bezuiniging van het Rijk, hè? Dus een ambitie die steeds moeilijker wordt. In het jaarplan staat er wel het een en ander over, dus ik verwijs kortheidshalve even naar bladzijde 7. Er staat een alineaatje, maar die is eigenlijk achterhaald door de landelijke bezuinigingen, dus dit wordt wel ingewikkelder dan wij zelf willen.
Ja, want juist in dit stuk staat, ik heb ook het geciteerd, hè? Onderzoeken van de behoefte om te komen tot en ook. Het gaat heel ver, onderzoek doen naar, terwijl juist in de aangenomen motie stond van ja, we willen hebben toch wel de ambitie om daar werkelijk te komen. Dus ik had verwacht dat in het jaarplan het meer zou gaan over hoe komen we daar? En dat leek me ook een logische interpretatie, want anders is eigenlijk die motie hier niet in teruggekomen.
Ja, voorzitter, ik snap dat u dat zegt. Kijk, en tegelijkertijd, ik kan geen brede brugklassen bestellen. Ik heb altijd een school nodig die zelf een brede brugklas wil, want niks staat ze in de weg om vanuit hun eigen autonomie hun onderwijs zo in te richten als ze zelf willen. Dus in die zin moet u het college misschien nog maar een beetje gunnen. Ik kijk ook even naar de heer Stam dat je soms op dit soort taal uitkomt, omdat ik. Mijn enige instrument is of de portemonnee trekken, maar dan heb je ook mensen meestal niet intrinsiek gemotiveerd. Of praten, verkennen, uitnodigen, zullen we samen ergens gaan kijken. Binnenkort ga ik bijvoorbeeld met een groep onderwijs- en kinderopvangbestuurders naar een voorbeeld in de regio waar de VE en de school en de kinderopvang nog veel beter geïntegreerd zijn dan in sommige gewoon onze UCS. Dat is ja, weet je, dat is er naartoe gaan en doen. Maar opschrijven er komen er 3 of dan kijk ik ook weer meneer Stam aan. Of ik beloof u, volgend jaar is het op zoveel procent. Dat is in die zin ook gewoon echt moeilijk hier.
Deel is het college wel dat we hierin ook nog meer stappen willen zetten, dus dat het een actief thema is waar we niet alleen blijven bij onderzoek, maar ook echt gaan kijken hoe we kunnen komen tot zo'n hele brede schoolgemeenschap. Er zijn een paar die zijn al bijna zo breed. Of en ook tot nog meer brede brugklassen, deelt het college deze ambitie wel.
Zeker, zeker. En daarom is ook het tekstje waar u citeert: "De eerste zin van brede brugklassen kunnen een passend middel zijn om leerlingen langer de kans te geven." Dus, nou, et cetera, et cetera. Dus absoluut. Toen de school aan de Singel, zoals die inmiddels heet, de doorstart van de SVO, bij mij aan mijn bureau zat, heb ik ze ook persoonlijk gezegd: "Als je daar een nieuwe school start, maak hem zo breed mogelijk." Dus ik doe dat ook elke keer. Dus ja, als u vraagt: "Is het onze ambitie?" Ja, zonder meer.
Interruptie: Ja, zou het dan in het volgende jaarplan ook stevig erin kunnen? Want voor ons is dit wel een heel belangrijk punt, juist in het kader van kansengelijkheid. Kunt u dit toezeggen?
Ja, voorzitter, ben ik zoekende, want ik zeg hier dat ik het vind dat ik het zeg dat ik een ander nodig heb om me te realiseren en nota bene, de ander zegt dan terecht tegen mij. Maar hier komt de rijksbezuiniging, dus welk ongeluk doe ik u en mij aan door in een volgend jaarplan daar stevigere beloftes over op te nemen? Daar ben ik gewoon een beetje. Wil ik ons zelf voor beschermen, maar als u aan mij vraagt, is het de ambitie? Ja, is het nuttig? Ja, geloven we erin? Ja, en ik kijk naar een minister die zegt, laten we hier maar op bezuinigen over staatssecretaris tegenwoordig. Ja, dat maakt het allemaal niet makkelijker. Volt ben ik al op ingegaan. Dan het instrument van de universiteit. Voorzitter, misschien mag ik daar even schriftelijk op terugkomen in de volgende kwartaalbrief, want we hebben een data op de site die ik u net noemde en ik weet gewoon niet welk gedeelte daarvan overeenkomt met het beloofde onderzoek van de universiteit. Of dat dat nog in de pijplijn zit, of ik moet hier gewoon even schriftelijk op terugkomen en de volgende kwartaalbrief is alweer snel. Dan kan ik die vraag even goed beantwoorden. Uw toezegging heb ik gedaan.
Ja, voorzitter, dank voor die toezegging. Goed om daar natuurlijk schriftelijk op terug te komen. Wat ik dan ook wel interessant zou vinden om te horen is, hé, hoe kan het nou dat in die werkagenda, zeg maar, soort van heel daadkrachtig stond: dit is 2024 al binnen, maar dat in het jaarplan, zeg maar, niet die verbinding daarmee wordt gelegd. Maar mist er iets? Ik ben ook wel benieuwd hoe dat dan zit.
Ja, voorzitter, dat schrijf ik dan bij dezelfde alinea, even voor u uit uw toezegging over concreetheid heb ik gedaan. D66, nou dank voor de aanmoediging en u zei tot volgend jaar, maar volgens mij gaan we elkaar nog wel op veel van deze onderwerpen eerder dan dat treffen. En dat is alleen maar mooi. Studenten Starter vroeg naar vakmanschap, dat zit in het MBO-uitvoeringsplan. Dat is echt een enorme lijn in, hè? Die herwaardering van het vakmanschap dus. Nou, ik ben het met u eens en het is helaas net in een of helaas dat doet er helemaal niet toe. Kijk, wij werken natuurlijk soms meteen ook met andere documenten. Ik denk altijd meer integraal, meer beter, maar op een gegeven moment weet je ook niet meer waar iets wat staat. Dit staat in het MBO-uitvoeringsprogramma. Dus schrap helaas, u krijgt een interruptie. Voorzitter, ik vroeg me dan wel heel even af in dat uitvoeringsplan. Staat, wacht even. Oh, nee.
Ja, oh, in dat uitvoeringsplan staat niet per se welke stappen worden gezet en wij zijn meer benieuwd. We begrijpen dat heel dat uitvoeringsplan uitvoeren een heel mooi doel is, maar wij zijn meer benieuwd welke doelen worden in 2025 met name aangepakt. Ook in 2024 is bijvoorbeeld aangegeven dat bepaalde doelen zijn gehaald en wij zijn benieuwd welke doelen in 2025 dan weer aangepakt gaan worden.
Ja, voorzitter, dat vraagt ook even overleg met mijn collega, dus die zal ik dan ook in diezelfde kwartaalbrief na dat overleg beantwoorden als u mij dat toestaat?
Ja, nog even een traag nabrander, voorzitter, want de wethouder triggerde me door te zeggen tot volgend jaar. Ik bedoelde natuurlijk het jaarplan. Maar een beetje meedenkend met de situatie, want ik snap hè? De zorgen die er aan de overkant worden gedeeld en tegelijkertijd benoemt de wethouder terecht ook ja, we moeten hervormen, we moeten bezuinigen, moeten aanpassen. Nou is wel mijn vraag van als er nou inderdaad rare dingen gebeuren door het jaar heen. Ik denk dat ik het antwoord weet, maar ik denk dat het wel geruststellend is om dan te horen dat we zo snel mogelijk geïnformeerd worden. En wat er dan verandert zodat we niet volgend jaar voor onnodige verrassingen komen te staan?
Ja. Dan de vraag van Stadsbelang Utrecht had ik in mijn begin al beantwoord, want die is heel erg verbonden met basisvaardigheden, eigenlijk een beetje annexpert dat onderwerp en dan tot besluit bijeen. Gewoon omdat u de laatste was die een vraag stelde, ja, discriminatie en burgerschap is heel erg verweven met het Utrechtse onderwijs via de vreedzame aanpak. Bijna alle scholen werken zo en daar zit dat respect voor de ander heel erg in. En tegelijkertijd is dat ook niet iets waarvan je zegt, nou ja, dan ben je klaar. We hebben ook naar aanleiding van de situatie in Amsterdam samen met de burgemeester een brief naar alle scholen gestuurd. Van maak je nou zorgen over wat dat in je eigen school doet? En dan maakt het me helemaal niet uit wie zich om welke reden gediscrimineerd voelt, maar het kan overal doen en weet dat we er zijn. We hebben ook een aantal scholen gebruikgemaakt van ons aanbod om dan contact te hebben en extra te helpen. Dat is ergens medio vorig jaar geweest. Nog een hele sessie gehad met schoolleiders om samen met ook de mensen van de burgemeester te hebben over veiligheid op scholen en dan niet alleen veiligheid waarbij de politie moet komen, maar ook de sociale veiligheid en ook heel nadrukkelijk gemaakt van dat begint bij respect voor de ander. En als je twijfelt aan nou dat het niet op orde is in je school, vraag hulp, want we hebben zoveel manieren om daarmee te helpen. Ook Artikel 1 kan daar echt hele goede en mooie dingen in doen, dus weet dat we er zijn. Nou, dus wat langer antwoord om te laten zien dat we dat hopelijk zeer serieus nemen. Dat was het.
Dank u, voorzitter. Maar in het kader van integraal werken, wat de wethouder eerder ook al noemde, is het dan niet ook logisch? Ook met antidiscriminatie, als structureel onderdeel binnen ieder beleidsonderwerp, eigenlijk niet logisch dat het wel terugkomt? Ook in zo'n jaarplan, dus al deze stappen die zijn ondernomen het afgelopen jaar, dat die wel terugkomen, zodat wij ook kunnen inzien dat het inderdaad gebeurt op een meer structureel level en niet alleen via al deze verschillende organisaties en brieven en dingen.
Ja, voorzitter, ik kan me voorstellen dat u daarom vraagt. Hier is misschien compleet een beetje de vijand van het goede, want je moet ook kiezen van wat schrijf je op in zo'n jaarplan en ook niet te lang bezig zijn met het schrijven van het jaarplan. Dus hetzelfde geldt voor de groene schoolpleinen. Ja, dat is ook een hartstikke goed onderwerp, maar hebben we er niet bij opgeschreven. Die is natuurlijk onvergelijkbaar met discriminatie, hè? Dat zeg ik er meteen bij, maar even voor het mechanisme. Dus er is eigenlijk helemaal geen inhoudelijke reden waarom het er niet in staat. Uw woorden inspireren ook weer om te kijken van nou, laten we de volgende keer er dan wel in staan. Maar dat weet ik zeker dat één van u bij het volgende jaarplan zegt: waarom staat onderwerp dit of dat er niet in? Omdat als we hem compleet willen maken voor alles wat er speelt in het onderwijs in al die vormen van onderwijs, ja, dan ben ik het volledige jaar bezig met het schrijven van het jaarplan. Dus het is ook een beetje pragmatisch. Er zit helemaal geen reden in waarom die er nu niet in staat en ik snap waarom u hem agendeert en volgend jaar gaat u hem in ieder geval weer zien.
Ja, dank voorzitter. Toch even nog een vervolginterruptie, want ik snap wat u zegt, maar ik denk inderdaad dat antidiscriminatie toch niet gaat over iets praktisch zoals een groen schoolplein, maar over een bepaalde praktijk van doen. Dus dat dat net als inclusie wel genoemd wordt, de diversiteit wordt wel genoemd. Die dingen worden wel genoemd. Het zeg maar aanmoedigen van dingen, maar het tegengaan van bepaalde andere dingen wordt niet genoemd en dat vind ik niet helemaal in lijn met wat wel genoemd wordt nu. Dus we vroegen eigenlijk inderdaad vooral om een toezegging dat hier een beetje rechte lijnen getrokken kunnen worden wat wij daar niet genoemd wordt.
Ja, voorzitter, ik bedoel geenszins dat zij, ik geloof ik net op tijd in de tussenzin die vergelijking te maken. Maar zo'n jaarplan is ook gewoon een selectie van dingen die je opschrijft en die ook helemaal niet betekent dat dat het enige is wat er in het Utrechtse onderwijs gebeurt. Dus dat is eigenlijk het enige wat ik wilde duidelijk maken. En ik weet inmiddels, voorzitter, dat de twee niet beantwoorde vragen in dit debat in de kwartaalbrief die u in mei van dit jaar ontvangt, beantwoord zullen worden.
Voorzitter, nog even heel kort op het vorige punt. Begreep ik nou goed dat de wethouder toezegt dat hij volgend jaar wel expliciet wil kijken of discriminatie daar ook een plek in kan krijgen?
Voorzitter, ja, en daarmee maken wij al met elkaar een selectie. En ik heb u er ook bij gezegd dat we dan, nou ja, klinkt een beetje streng, misschien accepteren dat dan een ander onderwerp, wat we ook heel belangrijk vinden met elkaar, er dan volgend jaar een keer niet heel nadrukkelijk of uitgebreid en opgeschreven staat.
Heeft u nog vragen die niet beantwoord zijn? Ik zie al gelijk de hand van mevrouw Assen. Ja, voorzitter, ik vroeg ook hoe data die er al zijn, dus niet om iets extra's te doen, maar data die er al zijn, bijvoorbeeld met betrekking tot referentieniveaus, maar ook rapporten van de inspectie en de jaarverslagen die heel erg verschillen, op tafel liggen en een plek hebben in de UOA. Anderen die nog een vraag gesteld hebben die niet beantwoord is, zie ik niet.
Voor de helft kan ik dat bevestigen, hè? Dus als u naar de staat van de jeugd kijkt, dan maken we gebruik van bestaande cijfers, maar dat is ons product. Als het gaat over het gesprek binnen de Utrechtse Onderwijs Agenda tussen scholen onderling gefaciliteerd door de gemeente en geholpen door de jeugdpartners, gaan we dat nu voor het eerst oefenen met dat passend onderwijs. En als dat lukt en je gaat daarna ook hebben over kwaliteit of misschien wel rendement van onderwijs, dan lijkt het me logisch dat je dat daar hetzelfde voor geldt als wat ik over passend onderwijs zei, dat je dat doet vanuit een goede foto, vanuit een goed uitgangspunt. Maar nogmaals, dat zullen we wel... Nou, dat is nieuw en dat zullen we moeten gaan proberen. En we zullen ook met elkaar het gesprek moeten voeren over: wil je op die manier wel of niet sturen op het onderwijs? Want dan ga je het ook wel echt hebben over niveaus, uitstroom, hoe dat past bij de populatie. En ik vind dat het goede gesprek, maar ik weet dat ik in een onderwijsveld rondloop waar dat fifty fifty is. Er zijn ook mensen die zeggen van, nee, daar moeten we eigenlijk steeds minder op sturen met elkaar. Nou, daar gaan we dan het leuke gesprek over voeren. Daar heb ik wel zin in eigenlijk.
Het leidt tot één interruptie. Mevrouw ja, want gezien de aangenomen moties lijkt het me dan heel logisch om in ieder geval in 2025, zoals over passend onderwijs het gesprek wordt gevoerd op basis van een goede foto, dat ook te doen over basisvaardigheden/referentieniveaus. En dat lijkt me dan wel een toezegging die meer recht doet aan de motie die aangenomen is dan nu die de wethouder moet kunnen doen.
Ja, voorzitter, want dat meen ik ook geprobeerd gezegd te hebben. Maar ik wilde u ook gewoon wel even schetsen in welke context ik dat gesprek te voeren heb met elkaar. Maar ja, laten we dat gaan doen. Volgens mij is dat alleen maar goed en ook nog wel interessant. Eigenlijk gaat ook een leuk gesprek worden.
Dan. Een vervolginterruptie. Nee, heel fijn dan met betrekking tot het punt dat we gaan we niet meer doen, want wij snappen juist heel goed dat ook door die landelijke context die verandert en dat het kan betekenen dat dingen die we eerder heel urgent vonden, misschien wel minder urgent zijn geworden. En dat daar stuivertje in is gewisseld. Kan dat dan bij dat volgende jaar ook echt concreet gemaakt worden? Dan kunnen we daar nog iets van vinden. Dat prioriteiten verschuiven mogelijk bijvoorbeeld.
Ja, voorzitter. Maar ik hoop eigenlijk dat ik dat eerder kan zeggen dan het volgende jaarplan. En zo niet, dan is het het volgende jaarplan. Maar ik hoop eigenlijk, dat zou ik zelf mooi vinden, in de kwartaalbrief na de zomer, dus hier dan over het eerste halfjaar, om dan al iets te kunnen zeggen over wat wordt nou de impact van al die bezuinigingen. Dan heeft u ook de voorjaarsnota gehad, dus dan kent u ook de invulling van de hervormingsbezuiniging. Zo kunnen we ook kijken van wat betekent onze verminderde beleidsinzet. Nou, en dan gaan we dat gesprek met elkaar voeren.
Nee, dat heeft geen tijd meer ook. Oh ja, maar dat is wel heel link. Dat is meestal een inhoudelijke inbreng, maar probeer uw punt van orde te maken. Ja, nou, ik heb begrepen, is er al een toezegging dat in het eerste kwartaal van dit jaar er een doorrekening kwam van de maatregelen van het kabinet? En de impact daarop voor Utrecht, voor Utrecht-breed dus niet alleen op onderwijs. En dat is dan nog niet met de recentere onderwijsbezuiniging. Maar die staat nog steeds toch dat die in Q1 komt?
Blijft discutabel of dat punt van orde is, hoor, maar u hebt het goed geprobeerd. Dit debat heeft in ieder geval tot een aantal toezeggingen geleid en ik kijk naar de raadsgriffier welke toezeggingen gedaan zijn.
Ja, dat zijn er best wel veel, dus ik ga ze allemaal opnoemen. De Utrechtse Onderwijs Agenda spreekt over passend onderwijs. En wanneer daar iets over te delen is aan de Raad, komt dit terug in de kwartaalbrief onderwijs. Rekenonderwijs komt in het volgende jaarplan concreter terug. En de wethouder kijkt of volgend jaar discriminatie een plek kan krijgen in het jaarplan. Gaan we doen, oké? Begin 2026 komt er een midterm review van de UOA. Volgende week komt er een brief over groene schoolpleinen. Dat moet nu wel. Ja ja. In de volgende kwartaalbrief onderwijs komt het college terug op de stand van zaken van het meetinstrument basisvaardigheden van de Universiteit Utrecht. Het college komt in deze brief ook terug op met welke specifieke doelen uit het uitvoeringsplan MBO ze de waardering van vakmaatschap dit jaar gaat aanpakken. Het college informeert de Raad over de gevolgen van de bezuinigingen van het Rijk en vooral ook over onverwachte veranderingen hierin in het kader van bezuinigingen en hervormingen. Maar zeg ik niet goed? En aan het eind zei u nog in de kwartaalbrief. Na de zomer komt het college terug op wat de bezuinigingen betekenen, dus misschien overloopt dat oké. En ook nog in de kwartaalbrief van mij kwamen twee niet beantwoorde vragen terug, maar welke dat waren, had ik niet genoteerd.
Voorzitter, u heeft ze keurig genoteerd dat de twee niet beantwoorde vragen waren van Volt over het beloofde instrument van de universiteit en in welke mate die nu al in de u eerder gepresenteerde data gebruikt wordt. Ja of nee? En dat was de vraag van Student & Starter waarbij ik even rugspraak met collega Dennis de Vries moet hebben. Dat waren de twee onbeantwoorde vragen voor dit debat. En uw twee toezeggingen over, nou ja, rond de zomer impact van zowel landelijke bezuinigingen als lokale bezuinigingen. Daar is uw tweede toezegging van correct. Volgens mij kan u die in elkaar schuiven, hè? En veel van deze toezeggingen gelden voor mij overigens als iets wat ik toch al van plan was, maar dat terzijde.
In ieder geval heeft u met deze toezeggingen heel wat haakjes om voor een volgend gesprek in deze commissie met de wethouder. Mijn vragen aan u: heeft u uw beoogde doelen met dit debat behaald en wilt u alsnog naar aanleiding van dit debat in de raad inbrengen? Mag ik concluderen dat u uw doelen heeft behaald en dat er geen agendering komt voor iets in de raad? Oké, dan hebben we het streven om voor 4 uur af te sluiten ruim gehaald. En ik wens u allemaal een vruchtbare dag verder. Wij sluiten de commissie.